Hypotheekaftrek

1) Aftrek nieuwe hypotheken

Vanaf 1 januari 2013 is de hypotheekrente voor nieuwe hypotheken alleen aftrekbaar als er maandelijks wordt afgelost. Dus als er sprake is van een volledige annuïteiten- of lineaire hypotheek. Dit is een maatregel afkomstig uit het Lenteakkoord die door het huidige kabinet is gehandhaafd. Mogelijk wordt deze regel iets versoepeld en is het ook voldoende om de helft af te lossen. Woonminister Stef Blok onderzoekt deze mogelijkheid.

Dat betekent dat het vanaf 1 januari 2013 niet langer aantrekkelijk is om een aflossingsvrije hypotheek af te sluiten. Je mag immers de rente niet langer aftrekken.

In het verlengde daarvan verdwijnt ook de mogelijkheid om belastingvrij te sparen of te beleggen om je (aflossingsvrije) hypotheek na de looptijd af te lossen. Je gaat gewoon vermogensbelasting betalen over tegoed dat boven de vrijstelling uitkomt.

Dat wil zeggen dat het gespaarde bedrag valt in box 3, en dat je 1,2 procent belasting over dat bedrag betaalt zodra je meer dan 21.139 euro - of bij stellen 42.278 euro - hebt gespaard. Ook deze regel geldt alleen voor wie na 1 januari een nieuwe hypotheek afsluit.


2) Uitzondering nieuwe hypotheek

Mensen die voor 1 januari 2013 een woning hebben gekocht, maar pas in 2013 de woning daadwerkelijk krijgen, geldt dat ze nog een bankspaar- of spaarhypotheek kunnen afsluiten. Zij mogen ook nog belastingvrij sparen voor het aflossen van hun hypotheeklening. De koop moet wel zwart op wit staan. Ontbindende voorwaarden zijn geen probleem, zolang het geen hele uitzonderlijke voorwaarden zijn.

Bijvoorbeeld: in het geval van een nieuwbouwhuis is er vaak een clausule dat de bouw pas doorgaat als een bepaald percentage van de huizen is verkocht. De aanwezigheid van een dergelijke ontbindende voorwaarde levert geen probleem op. Je mag dan toch een (gedeeltelijk) aflossingsvrije hypotheek afsluiten mits de koopovereenkomst maar voor 1 januari is getekend.


3) Aanpassen lopende hypotheek

Voor een lopende hypotheek blijft de hypotheekrente gewoon aftrekbaar. Ook bij oversluiten of verhuizen blijft de aftrekbaarheid gelden tot de huidige hoogte van de hypotheek. Het maakt dus niet uit of dit bij dezelfde of een andere geldverstrekker is. Als de hypotheek verhoogd wordt, dan moet dat extra deel wel een annuïteiten- of lineaire hypotheek zijn. Anders is over dat deel de hypotheekrente niet aftrekbaar.


4) Omzetten aflossingsvrije hypotheek

Wie van plan is om zijn aflossingsvrije hypotheek aan te passen, moest dat vóór 1 april 2013 doen. Voor de renteaftrek maakt het niet uit, maar wel voor de opbouw van vermogen. Dus wie nu nauwelijks of slechts gedeeltelijk vermogen opbouwt om zijn hypotheek straks af te lossen en liever over wil stappen naar een 'volledige' (bank-) spaarhypotheek, moet snel zijn. Doe je dat na 1 januari 2013 dan kun je het extra doelvermogen (het extra bedrag dat je wilt sparen voor aflossing) niet meer onderbrengen in Box 1. Dan betaal je er daar wel vermogensbelasting over.
 

5) Overgangstermijn omzetting kapitaalverzekering

Hoewel de meeste hypotheekbezitters een kapitaalsverzekering eigen woning hebben, werd in sommige gevallen eerst nog vermogen opgebouwd via een verzekering die viel in box 3 in plaats van box 1. Dit werd gedaan bij mensen die ten tijde van hun hypotheek zo weinig spaargeld hadden, dat ze toch geen belasting hoeven te betalen.

Voor mensen met een lopende verzekering in box 3 geldt er een overgangsregeling tot 1 april 2013. Heb je een box 3 verzekering of weet je dat niet helemaal zeker, neem dan contact op met je adviseur of bank. Want je moet hem omzetten voor die datum. Doe je dat niet, dan kun je je verzekering straks niet meer 'verhuizen'.


6) Lopende verzekering in box 1

Voor lopende verzekeringen en rekeningen in box 1 blijft de vrijstellingsregeling gewoon gelden. Verzekeringen en rekeningen die in box 1 vallen, zijn: Kapitaalverzekering Eigen Woning, Spaarrekening Eigen Woning, Beleggersrekening Eigen Woning.

Je kunt in de toekomst nog wel overstappen van bijvoorbeeld van een beleggersrekening op een spaarvorm, zolang het doelkapitaal maar niet wordt verhoogd. Is dat wel het geval: zie punt 4.


7) Hypotheekrenteaftrek hoogste inkomens

Een van de meest ingrijpende woningmarktplannen van het nieuwe kabinet is een stapsgewijze afbouw van de hypotheekrenteaftrek stapsgewijs van 52 procent naar 38 procent in 2014. Maar deze maatregel is pas in 2014 ingaan.
Mensen met een hoog inkomen en een forse hypotheek hebben hier last van, al lijkt het effect ook voor hen relatief beperkt. Jaarlijks nemen de netto maandlasten met een paar euro per maand toe.


8) Restschuld 10 jaar aftrekbaar

Lucht voor mensen die hun huis moeten verkopen en met de opbrengst hun hypotheek niet kunnen aflossen. De hypotheekrente over een restschuld wordt 10 jaar aftrekbaar. Die restschuld moet dan wel ontstaan (zijn) in de periode 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017. Er geldt geen verplichting dat die restschuld ook afgelost moet worden.

Overigens, als je een hypotheek onder de Nationale Hypotheek Garantie hebt afgesloten, is de kans dat je met een restschuld blijft zitten erg klein.


9) Overdrachtsbelasting

De overdrachtsbelasting blijft gelukkig op 2%. En wordt dus niet terug gezet naar 6% zoals door sommigen gevreesd werd. Dit geldt echter alleen voor de eigen woning.


10) Maximale hypotheek omlaag

Op dit moment kun je meer lenen dan de waarde van de woning. Dit is om de bijkomende kosten mee te financieren, die gemiddeld uitkomen op ongeveer 6 procent. Vanaf 2013 zal de huidige maximale lening van 106 procent van de waarde van de woning steeds met 1 procent verlaagd worden tot je in 2018 nog maar 100 procent kan lenen.
Vanaf 2013 gaat de maximale lening dus stapsgewijs omlaag:

2012 : 106% van de waarde van de woning    
2013 : 105%                                                           
2014 : 104%                                                           
2015 : 103%
2016 : 102%
2017 : 101%
2018 : 100%

Dit betekent dat je als starter eigen geld moet hebben om een eigen woning te kunnen kopen. En niet een heel klein beetje. Een starter op de woningmarkt die in 2018 200 duizend euro wil lenen voor een huis met diezelfde prijs, moet 12 duizend euro spaargeld hebben.
 

11) Dubbele woonlasten

Als je tijdelijk twee woningen hebt, doordat je een nieuw huis hebt gekocht en de oude nog niet hebt verkocht, mag je tijdelijk de hypotheekrente voor beide woningen aftrekken.

Dit mag maximaal in het jaar dat je twee woningen hebt, plus de twee kalenderjaren die daarop volgen. Als extra maatregel geldt nu dat mensen die in 2010 met twee woningen te maken hebben gekregen, nu een jaar extra respijt krijgen. De rente is dus niet alleen aftrekbaar in 2010, 2011 en 2012, maar nu ook in 2013. De dubbele aftrek eindigt dus per 1 januari 2014.

Let op: is er sprake van dubbele aftrek omdat er sinds 2011 sprake is van twee woningen, dan eindigt ook per 1 januari 2014 de dubbele aftrek. Heb je sinds 2012 twee woningen, en lukt het maar niet om de oude woning te verkopen, dan eindigt de dubbele aftrek per 1 januari 2015.

Is er sprake van dubbele aftrek omdat er sinds 2009 sprake is van twee woningen, dan eindigt per 1 januari 2013 de dubbele aftrek.
Mensen die in 2010 met dit probleem zijn geconfronteerd, krijgen een jaar extra respijt. Zij kunnen ook komend jaar de rente nog aftrekken.


12) Tijdelijke verhuur

Als je je oude woning zolang die niet verkocht is, gaat verhuren dan is de hypotheekrente die betrekking heeft op de hypotheek voor die woning niet meer aftrekbaar.

Als tijdelijke crisismaatregel gold de regel dat als de verhuur eindigde, je de hypotheekrente ook weer mocht aftrekken. Deze maatregel zou eindigen per 1 januari 2013 maar is nu met een jaar verlengd tot 1 januari 2014. Dus als de verhuur eindigt voor 1 januari 2014 kun je de hypotheekrente alsnog weer aftrekken (mits je ook voldoet aan de andere criteria; zie dubbele woonlasten jaar langer aftrekbaar zie punt 11).


13) Eenmalige schenking voor eigen woning

Wilt u een woning kopen of verbouwen? En krijgt u hiervoor in 2020 een schenking van bijvoorbeeld uw ouders? Dan betaalt u over een bedrag van maximaal € 103.643 geen schenkbelasting.

Dit zijn de voorwaarden in 2020:

  • U gebruikt het geld om:
    • een eigen woning te kopen of te verbouwen
    • de hypotheek of restschuld van uw eigen woning af te lossen
    • de erfpacht-, opstal- of beklemmingsrechten van uw eigen woning af te kopen
      Lees waarvoor u het geld mag gebruiken.
  • U of uw partner is tussen de 18 en 40 jaar. De dag van de 40e verjaardag telt nog mee.
  • U gebruikt het geld uiterlijk in 2022.
  • U kunt schriftelijk bewijzen dat de schenking is betaald en dat u de schenking hebt gebruikt voor uw eigen woning.
  • U hebt niet eerder een 'verhoogde vrijstelling' gebruikt. Dat is een belastingvrije schenking voor uw eigen woning of een dure studie. Of voor een belastingvrije schenking die u vrij mag besteden.
  • Hebt u de schenking in een overeenkomst vastgelegd? Dan mogen daarin geen voorwaarden voor de schenking staan. Behalve dat de schenking op tijd voor de eigen woning moet worden gebruikt.

U mag de schenking ook in 2 of 3 jaar belastingvrij ontvangen

Dus bijvoorbeeld € 30.000 in 2020, 2021 én in 2022. Zolang u of uw partner jonger is dan 40 jaar én u aan de rest van de voorwaarden voldoet.

Vraag de vrijstelling wel ieder jaar aan in de aangifte schenkbelasting.

De belastingvrije schenking komt in plaats van alle andere vrijstellingen

Dat betekent dat u in hetzelfde jaar niet ook nog € 5.515 belastingvrij mag ontvangen van uw ouders, of € 2.208 als u de schenking van iemand anders kreeg.

Krijgt u de schenking van uw ouders? Dan mag u van de € 103.643 een bedrag van maximaal € 26.457 besteden aan iets anders dan uw eigen woning. Krijgt u de schenking van iemand anders? Dan mag u van de € 103.643 een bedrag van maximaal € 2.208 besteden aan iets anders dan uw eigen woning.

Krijgt u de schenking in 2 of 3 jaar? Dan mag u alleen in het 1e jaar € 26.457 vrij besteden. In het 2e en 3e jaar mag u daarnaast € 5.515 belastingvrij ontvangen van uw ouders, of € 2.208 als u de schenking van iemand anders kreeg. Die bedragen mag u ook vrij besteden.

Sommige schenkingen moet u bij elkaar optellen

Namelijk als u de schenkingen krijgt van dezelfde persoon. Krijgt u een schenking van mensen die partners zijn van elkaar? Dan zien wij hen ook als 1 schenker.

Schenkingen aan u en uw partner moet u óók bij elkaar optellen. Hoe dat zit leest u bij Wie zijn partners voor de schenkbelasting.

Hoe maakt u gebruik van de schenkingsvrijstelling?

Die vraagt u aan in de aangifte schenkbelasting 2020. Want u moet wél aangifte doen, ook bij een belastingvrije schenking.

De aangifte schenkbelasting 2020 is vanaf maart 2020 beschikbaar in Mijn Belastingdienst.

Bron bovenstaande tekst belastingdienst.nl

 


14) Startersleningen

Startersleningen voor huizenkopers blijven ook in 2014 bestaan. Huizenkopers kunnen de rente van een starterslening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten ook onder de nieuwe hypotheekregels van de belasting blijven aftrekken. Niet alle gemeenten bieden overigens startersleningen aan en de gemeenten die meedoen stellen soms andere voorwaarden. Starters die binnen enkele maanden of jaren een salarisverhoging verwachten kunnen komend jaar een ruimere hypotheek krijgen.


15) Huren als alternatief?

Huren omhoog
Die betere tijden zullen er op termijn ook wel komen. Want ook de huurmarkt gaat hervormd worden. Voor de lagere inkomens blijft de huurtoeslag gelden. Maar voor de overige huurders zullen de huren versneld omhoog gaan. Voor huurders met een gezamenlijk inkomen tot € 33.000 jaarlijks met 1,5% plus inflatie. Bij mensen met een gezamenlijk inkomen tussen € 33.000 en € 43.000 met 2,5% plus inflatie. En voor inkomens boven € 43.000 met maar liefst 6,5% plus inflatie. Dat zal toch een reden zijn voor huurders om eerder een koopwoning te gaan kopen.
 

16) Energiekosten

Lagere energiekosten
Je bent komend jaar waarschijnlijk minder geld kwijt voor energie. Grote energiebedrijven verlagen hun tarieven, vanwege onder andere een wereldwijde daling van de inkoopprijzen van gas.
Een deel van deze besparing vloeit echter naar de overheid, want iedereen moet vanaf 2013 een extra bedrag bovenop de energierekening gaan betalen.


19) Toch hogere OZB

Wie hoopte minder gemeentelijke belastingen te hoeven betalen omdat de huizenprijzen ook dit jaar zijn gedaald, komt bedrogen uit. Een inventarisatie van de Vereniging Eigen Huis wijst uit dat de onroerende zaakbelasting (OZB) komend jaar met gemiddeld 2,7 procent omhoog gaat. De gemiddelde aanslag bedraagt 263 euro.
De totale gemeentelijke lasten stijgen iets minder hard: met 1,8 procent. Dit komt door een daling van de afvalstoffenheffing (voor het ophalen van je huisafval) met gemiddeld 0,6 procent. De rioolheffing stijgt met gemiddeld 4,3 procent. Een meerpersoonshuishouden is hiervoor gemiddeld 204 euro kwijt.